Auto huren Reykjavik

De hoofdstad van IJsland is geen bestemming voor mensen die er warmpjes bij willen zitten. Dat wil zeggen: in een lekker warm zonnetje. Voor mensen die er figuurlijk warmpjes bij zitten is het wél een goede bestemming, want het leven is er niet goedkoop. Toch weerhoudt dat mensen met een smallere beurs niet naar Reykjavik te gaan. Want de noordelijkste hoofdstad ter wereld is uniek: door de ligging tussen de oceaan, de bergen en de lavavelden in een ongerept en ruw landschap, door de eigenzinnige bevolking die het Vikingbloed nog door de aderen stroomt, en door het gezellige en uitbundige nachtleven.

Reykjavik betekent ‘rokerige baai’. Toen de Viking Ingolfur Arnarson bij het vulkanische eiland aankwam, zag hij de oprijzende stoom aan voor rook. Ondanks die ‘rook’ besloot hij er zijn kampement op te slaan, het begin van de latere hoofdstad. Hij had bijna geen betere plek kunnen bedenken: aan de noordkant wordt de stad door de 914 meter hoge berg Esja beschermd tegen de koude Poolwind en de ligging aan de Faxaflóibaai zorgt ook voor een matigende invloed op het klimaat.

De meeste toeristen komen naar IJsland om de ruige natuur van het land te bekijken. Maar in de hoofdstad is ook genoeg te doen. Allereerst zijn er de huizen in vrolijke kleuren. Neem de tijd om rond te lopen in Reykjavik, of ga naar de Hallgrímskirkja. Vanaf de toren van deze kerk heeft u een mooi uitzicht over de stad. De kerk is vanuit elk punt in de stad te zien, maar mocht u toch willen weten wáár precies: aan het einde van de winkelstraat Skolavordustigur, waar u kleine boetieks en souvenirzaken vindt.

De oudste winkelstraat van Reykjavik is Laugavegur. Hier vindt u zaken van IJslandse modeontwerpers, maar ook tweedehands kleding is er te koop, en in de zijstraatjes sieraden. Mensen die van een actief buitenleven houden kunnen hier sport- en vrijetijdskleding inslaan van de merken 66 North en Cintamani. Niet goedkoop, maar wel van de allerhoogste kwaliteit. Laugavegur heeft tegenwoordig flinke concurrentie van het winkelcentrum Kringlan. Naast winkels zijn er ook restaurants en bars, een theater en een bioscoop gevestigd. In een oude loods aan de haven wordt iedere zondag de rommelmarkt Kolaportið gehouden. Daar kunt u ook de IJslandse specialiteit uitproberen: hakarn. De IJslanders zijn er gek op. Wat het is? Gefermenteerd (een mooi woord voor rot) haaienvlees! Niet helemaal uw smaak? Gelukkig kunt u in IJsland ook uitstekende andere gerechten eten, waaronder superverse zalm en kreeft.

Hoe IJsland sinds de tijd van de Vikingen is uitgegroeid tot het land dat het nu is, kunt u zien in het Nationaal Museum. Ook het SagaMuseum belicht de historie van IJsland maar dan vooral via oude sagen en legenden. Dat museum heeft een bijzonder onderkomen: het is gevestigd in een van de warmwatertanks van de Perlan (Parel). In de koepel van dit complex op een heuvel is een ronddraaiend restaurant. U heeft er onder het eten een mooi uitzicht op de IJslandse hoofdstad.

We zeiden het al: Reykjavik is een eigenzinnige stad, met een eigenzinnig museum: het enige fallusmuseum ter wereld. U leest het goed: een museum gewijd aan de penis. Er zijn (delen van) penissen tentoongesteld van meer dan tweehonderd diersoorten, waaronder walvissen, poolberen, zeehonden en walrussen. En ja, er zijn ook enkele exemplaren van de Homo Sapiens.

Het uitgaansleven in Reykjavik is uitbundig. Tenminste in het weekend, door de week werken IJslanders hard en gaan vroeg slapen. Maar op vrijdag- en zaterdagavond gaan ze uit hun bol. Zeiden we ‘avond’? Eigenlijk moet dat ‘nacht’ zijn, want de sfeer komt er pas echt in na middernacht. Er is een enorm aantal cafés, bars, discotheken en nachtclubs. De populairste vindt u gemakkelijk: dat zijn de tenten met de langste rij voor de deur. IJslanders stellen erg prijs op nette kleding in een uitgaansgelegenheid; sommige clubs komt u in spijkerbroek niet binnen.

In en rondom Reykjavik

Het openluchtmuseum Árbæjarsafn ligt aan de oostkant van de stad. Traditionele huizen, boerderijen, kerken en andere gebouwen zijn hier samengebracht. Het is niet zomaar een verzameling gebouwen, er is een soort dorp van gemaakt, compleet met vrijwilligers die in klederdracht oude ambachten beoefenen. Dit museum is alleen geopend in juni, juli en augustus.

De bekendste geiser ter wereld is die waar het woord van is afgeleid: de Geysir. Die ligt ten oosten van Reykjavik en is niet erg actief meer. Wel actief is de naastgelegen Strokkur, die elke vijf minuten een fontein van heet water naar boven spuwt. Deze geisers zijn onderdeel van het Thingvellir Nationaal Park. Verder naar het oosten liggen de spectaculaire Gullfoss watervallen, die in de wintermaanden bevroren zijn.

Net ten zuiden van de luchthaven ligt een van de grootste attracties in de buurt van Reykjavik: het warmwatermeer Blue Lagoon. De toegangsprijs is aan de hoge kant, maar vrijwel niemand wil dit missen. Het ondiepe meer wordt omgeven door zwarte lavarotsen. Neem een stoombad in een van de grotten, of neem een verkwikkende douche onder de waterval.

Ten noorden van de IJslandse hoofdstad ligt de berg Esja. Het is een populair wandelgebied en de verschillende routes naar de top zijn goed aangegeven. Hafnarfjörour is een voorstadje ten zuidwesten van Reykjavik. Tussen mei en september vertrekken uit de haven van de stad boten om walvissen en dolfijnen te bekijken op open zee.

Met een huurauto kunt u vanuit Reykjavik de rondweg berijden, die het hele eiland omsluit. Vlak langs de rondweg (aan de zuidkust) ligt de hoogste berg van IJsland, de vulkaan Hvannadalshnúkur, onderdeel van een uitgestrekt en indrukwekkend gletsjergebied. De rondweg is het hele jaar goed berijdbaar, maar als u van deze route afwijkt kunt u op slechte, onverharde wegen terechtkomen. Voor het rijden over de wegen in het bergachtige binnenland is een four-wheel-drive onmisbaar.

Accommodatie voor budgetreizigers is nauwelijks beschikbaar in Reykjavik, met uitzondering van de grote camping Laugardalur ten oosten van het centrum. De stad trekt steeds meer toeristen en daarom raden wij u aan uw accommodatie ruim van tevoren te boeken. Hou er verder rekening mee dat sommige hotels in de wintermaanden hun deuren sluiten.

Parkeren

Reykjavik kent per inwoner het grootste aantal auto’s ter wereld. Dat geeft al aan dat de IJslanders een autominnend volk zijn en de hoofdstad houdt daar rekening mee. Er is voldoende parkeergelegenheid, zowel op straat als in parkeergarages. En waar veel zaken in IJsland prijzig zijn, de parkeertarieven zijn dat niet, zeker vergeleken met de prijzen voor parkeren in andere Europese hoofdsteden.

Luchthaven

De luchthaven van Reykjavik ligt ruim veertig kilometer ten zuidwesten van de hoofdstad. Keflavik International Airport is gemakkelijk per huurauto bereikbaar via de hoofdweg 41 (Reykjanesbraut).